Wie is onze erekrans wanneer we voor Jezus, onze Heer, staan bij zijn komst? Wie anders dan u? 1 Tessalonicenzen 2:19
Jezus is opgestaan uit de dood en naar de hemel gegaan. Als wij sterven zullen we hem daar ontmoeten. Dat is de belangrijkste ontmoeting uit ons hele bestaan! Maar we zullen ook onze familie, vrienden en bekenden terugzien. En de mensen die we vooruitgeholpen hebben op hun weg met Jezus.
Gods hemelse stad is vol hemelburgers (Hebreeën 12:22-24).
Er zijn daar feestmaaltijden waar we onze geloofsvaders Abraham, Isaak en Jakob zullen ontmoeten (Matteüs 8:11).
In de hemel zijn veel meer geloofsgetuigen, die trouwens nu al met ons meeleven (Hebreeën 11:39-40 en 12:1).
Paulus schrijft dat hij de mensen die hij tot geloof bracht terug zal zien (2 Korintiërs 4:14, 1 Tessalonicenzen 2:19).
Zelfs een oneerlijke rentmeester wordt in de hemel door zijn vrienden in hun eeuwige woningen opgenomen (Lucas 16:8-9).
Als we in de hemel niet met elkaar zullen trouwen (Matteüs 22:30) wil dat niet zeggen dat we geen speciale band met mensen zullen hebben. We zijn naar Gods beeld geschapen (Genesis 1:27), wat betekent dat het niet goed is als iemand alleen zou zijn (Genesis 2:18).