!function(f,b,e,v,n,t,s){if(f.fbq)return;n=f.fbq=function(){n.callMethod? n.callMethod.apply(n,arguments):n.queue.push(arguments)};if(!f._fbq)f._fbq=n; n.push=n;n.loaded=!0;n.version='2.0';n.queue=[];t=b.createElement(e);t.async=!0; t.src=v;s=b.getElementsByTagName(e)[0];s.parentNode.insertBefore(t,s)}(window, document,'script','https://connect.facebook.net/en_US/fbevents.js?v=next');

Er zal alleen maar blijdschap zijn en groot gejuich om wat ik schep. Jesaja 65:18a

Als God de hemel en de aarde schept, zegt hij tot zes keer toe dat het goed is (Genesis 1). Maar het is nog niet goed genoeg. Hij gaat verder met zijn scheppingswerk. Hij legt zelf een tuin aan (Genesis 2:8). En hij blijft scheppen. Tot in de toekomst. In de hemel gaan we niet terug naar het paradijs van toen. De Bijbel spreekt over een toekomstige wereld die zal zijn áls Eden (Jesaja 51:3). Maar God neemt ons mee naar een compleet vernieuwde schepping, veel beter dan Eden. Ook de edelstenen zullen beter zijn.

In Eden waren edelstenen (Genesis 2:11-12). Die worden speciaal genoemd omdat we ze terugzien als God een nieuwe hemel en een nieuwe aarde schept. God gebruikt ze in de fundering van de muren rond het nieuwe Jeruzalem (Openbaring 21:19-20).

De hogepriester droeg die edelstenen op zijn hart. Het waren herinneringsstenen (Exodus 28:9-12). Op de allerheiligste plek waar de hogepriester voor God verscheen herinnerden deze stenen God eraan waar zijn volk vandaan kwam en waar het naar op weg was. Van Genesis naar Openbaring.

Alles in de schepping spreekt van Gods werk. Ook die stenen. Hun aanwezigheid in het begin wijst al naar de vervolmaking van Gods plan aan het eind: hij heeft een veilige stad voor ons in gedachten, waarin hij ons aan zijn hart kan drukken.