Maar wie hoopt op de HEER krijgt nieuwe kracht: hij slaat zijn vleugels uit als een adelaar. Jesaja 40:31a
Hoe moet je je de hemel voorstellen? Waarom staat die zo ver van ons af? Er is een oud voorbeeld om onze situatie te verduidelijken. We lijken in ons aardse leven op een jong vogeltje dat opgesloten zit in een ei. Het beestje heeft er geen idee van dat er iets meer zou bestaan dan dat het ei. Het slaapt erin, eet ervan, piept tegen de doffe wanden. Hoogstens ziet het door de eierschaal soms een gloed oplichten.
Dan komt het moment dat het eten op is. Het beestje krijgt het benauwd, ook omdat het haast niet meer past in het ei. Het denkt: ‘Nu moet ik dood, dit is het einde!’ En ja: het ei barst uit elkaar. Maar het kuiken stapt wel een nieuw leven binnen. Een compleet nieuwe wereld, met nieuwe mogelijkheden, in een nieuw lichaam, dat geschikt gemaakt is voor alle nieuwe dingen die staan te gebeuren.
Zo is het ook met ons. We zullen uit ons oude, bekrompen, aardse leven barsten. De hemel geeft ons compleet nieuwe mogelijkheden, waar we ons moeilijk een voorstelling van kunnen maken. Maar als we ervan weten, leven we met hoop. We zien het schijnsel van Jezus al!